Il existe en Belgique deux types de procédure relevant de la compétence du ministère public: la transaction et la médiation pénale (voir point précédent), prévues aux articles 216bis et 216ter du code d'instruction criminelle, qui permettent au procureur d'abandonner définitivement les poursuites si l'accusé satisfait à certaines conditions.
In België is bij de artikelen 216bis en 216ter van het wetboek van strafvordering in twee verschillende procedures voorzien, die onder de bevoegdheid van het openbaar ministerie vallen: de minnelijke schikking en de bemiddeling (zie boven).