1. Dans la nomenclature, on entend par "matières plastiques" les matières des nos à qui, lorsqu'elles ont
été soumises à une influence extérieure (généralement la chaleur et la pression avec, le cas échéant, l'intervention d'un solvant ou d'un
plastifiant), sont susceptibles ou ont été susceptibles, au moment de la polymérisation ou à un stade ultérieur, de prendre par moulage, coulage, profilage, lam
inage ou tout autre procédé, une forme qu'elles ...[+++] conservent lorsque cette influence a cessé de s'exercer.
1. In de nomenclatuur worden als "kunststof" aangemerkt, die stoffen bedoeld bij de posten tot en met , die de eigenschap hebben of gehad hebben om, tijdens de polymerisatie of in een later stadium, onder inwerking van uitwendige krachten (meestal warmte en druk, eventueel onder toevoeging van een oplosmiddel of van een weekmaker), door gieten, persen, extruderen, walsen of elk ander proces een bepaalde vorm aan te nemen en die vorm te bewaren, ook nadat bedoelde uitwendige krachten niet meer inwerken.