Art. 5. En ce qui concerne les archives contenant des données à caractère personnel, telles que définies par l'article 1, § 5, de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée, la personne concernée peut, pour des raisons prépondérantes et légitimes tenant à sa situation particulière, s'opposer à la divulgation d'archives la concernant, durant la période de trente ans qui suit la date de production de l'archive.
Art. 5. Voor de archiefstukken met persoonsgegevens, zoals bepaald in artikel 1, § 5, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, kan de betrokken persoon om doorslaggevende en wettige redenen in verband met zijn bijzondere toestand, zich tegen de bekendmaking van hem betreffende archieven verzetten tijdens een periode van dertig jaar na de datum waarop het archief is voortgebracht.