« Art. 6 bis. Lorsque le jury doit se prononcer sur la justification visée aux articles 11, 2°, 13, 2° et 14, 1°, il est complété par trois personnalités scientifiques dont deux au moins sont membres du personnel enseignant d'une université ou d'une institution assimilée et qui n'appartiennent pas à l'établissement.
« Art. 6 bis. De commissie wordt aangevuld met drie prominente wetenschapslui van wie ten minste twee lid zijn van het onderwijzend personeel van een universiteit of van een daarmee gelijkgestelde instelling en niet tot de inrichting behoren, telkens de commissie zich moet uitspreken over het in de artikelen 11, 2°, 13, 2° en 14, 1°, bedoelde bewijs.