Vertaling van "proportion moyenne d'œuvres " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

proportion moyenne de déchets du procédé
gemiddelde uitvalfractie

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

La proportion moyenne d'œuvres indépendantes diffusées à l'échelle de l'Union est passée de 34,1 % en 2009 à 33,8 % en 2010.
Het gemiddelde aandeel onafhankelijke producties in de EU bedroeg in 2009 34,1% en in 2010 33,8%.

34. déplore que les mesures mises en œuvre aient entraîné à court terme une accentuation des inégalités dans la répartition des revenus; constate que les inégalités dans la répartition des revenus se sont accrues au sein des quatre pays concernés dans des proportions supérieures à la moyenne; observe que la réduction des prestations sociales et des services sociaux ainsi que l'augmentation du chômage, provoquées par les mesures contenues dans les programmes destinés à remédier à la situation macroéconomique, de même que les réductions des salaires, entraînent une hausse de la pauvreté;
34. betreurt dat de ten uitvoer gelegde maatregelen op korte termijn hebben geresulteerd in een nog ongelijkere inkomensverdeling; merkt op dat er sprake is van een bovengemiddelde toename van dergelijke ongelijkheden in de vier landen; merkt op dat de bezuinigingen op sociale uitkeringen en diensten en de stijgende werkloosheid als gevolg van de maatregelen waarin de programma's voorzien die zijn bedoeld om de macro-economische situatie, inclusief loonsverlagingen, te corrigeren, de armoedeniveaus nog verder doen oplopen;

Il représente environ 10 % du PIB de l'Union et emploie 10 % de la main-d'œuvre, dont une proportion de diplômés de l'enseignement supérieur plus élevée que la moyenne.
Deze sector neemt ongeveer 10% van het bruto binnenlands product van de EU voor zijn rekening en biedt werk aan een tiende van de gehele actieve bevolking, daaronder een bovengemiddeld percentage academici.

Le fait de s’engager à diffuser, dans la mesure du possible, une certaine proportion d’œuvres indépendantes réalisées par des producteurs indépendants des organismes de radiodiffusion télévisuelle encouragera l’apparition de nouvelles sources de production télévisuelle, notamment la création de petites et moyennes entreprises.
Een toezegging om, voor zover mogelijk, een bepaald percentage van de programma’s te reserveren voor onafhankelijke producties, vervaardigd door van de omroeporganisaties onafhankelijke producenten, zal nieuwe bronnen van televisieproducties doen ontstaan, met name kleine en middelgrote ondernemingen.

Enfin, il y a lieu d'ajouter que les résultats annoncés reflètent dans une large mesure la mise en œuvre d'un vaste programme d'investissement du secteur public, avec un ratio moyen d'investissements publics en proportion du PNB de 5 % au cours de la période de programmation, contre une moyenne de 2,4 % pour l'UE en 2003.
Tot slot zij opgemerkt dat de prognoses voor de begrotingssaldi in hoge mate samenhangen met de uitvoering van een uitgebreid programma van overheidsinvesteringen, waardoor die investeringen als percentage van het BNP gemiddeld 5% bedragen tijdens de programmaperiode, in vergelijking met een EU-gemiddelde van 2,4% in 2003.

[24] Il est à noter que, tant en 2003 qu’en 2004, les chaînes danoises avaient simultanément la plus forte proportion moyenne d’œuvres européennes (voir le point 2.2 ci-dessus) et la plus faible proportion de productions indépendantes, ce qui laisse supposer que la part des programmes produits en interne y est très élevée.
[24] Het is opmerkelijk dat de Deense kanalen in zowel 2003 als 2004 de hoogste gemiddelde percentages Europese producties hadden (zie punt 2.2) maar ook heel lage percentages onafhankelijke producties, hetgeen erop wijst dat het percentage interne omroepproducties in Denemarken erg hoog is.

La proportion moyenne dans l'UE réservée aux œuvres européennes émanant de producteurs indépendants[23] (productions indépendantes) diffusées par l’ensemble des chaînes européennes dans tous les États membres, était de 31,39% en 2003 et de 31,50% en 2004 , soit une augmentation de 0,11 point sur la période de référence.
Het EU-gemiddelde van het percentage zendtijd dat door alle onder de richtlijn vallende kanalen in alle lidstaten was gereserveerd voor de uitzending van Europese producties van onafhankelijke[23] producenten ("onafhankelijke producties") was 31,39% in 2003 en 31,50% in 2004 , hetgeen neerkomt op een stijging van 0,11 procentpunt over de referentieperiode.

Deuxièmement, il faut mentionner que, pour les périodes de référence antérieures, les proportions moyennes d’œuvres européennes étaient fondées exclusivement sur les données des chaînes réalisant les plus fortes audiences.
In de tweede plaats moet erop worden gewezen dat de gemiddelde percentages Europese producties voor de vorige rapportageperioden uitsluitend op de gegevens over de kanalen met de hoogste kijkcijfers waren gebaseerd.

En ce qui concerne les résultats des périodes de référence précédentes , la proportion moyenne d’œuvres européennes était de 66,95 % en 2001 et de 66,10 % en 2002 dans l’UE-15.
In de vorige rapportageperiode was het gemiddelde percentage voor Europese producties in de EU-15 66,95% in 2001 en 66,10% in 2002.