Traduction de «prothèse de l'articulation de l'épaule » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

prothèse avec articulation du pied en caoutchouc
prothese met rubber-geleding van de voet

prothèse d’articulation interapophysaire
facetgewricht-prothese

prothèse de l'articulation de l'épaule
prothese voor schoudergewricht

articulation épaule-bras
schoudergewricht

Amputation traumatique de l'articulation de l'épaule
traumatische amputatie ter hoogte van schoudergewricht

luxation de l'articulation d'une épaule
luxatie van schouder

Entorse et foulure de l'articulation de l'épaule
distorsie van schoudergewricht

Luxation de l'articulation de l'épaule
luxatie van schoudergewricht

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

- on considère comme prothèse de bras, quand, le bord supérieur de l'emboîture de la prothèse dépasse l'épaule. Par contre, s'il n'y a plus de segment huméral, on la considère comme une prothèse de désarticulation d'épaule (Ceci est également le cas lors d'une phocomélie où des rudiments de doigts ou de main sont directement attachés à l'anatomie de l'épaule).
- als de bovenboord van de prothesekoker de schouder overstijgt, wordt ze beschouwd als een bovenarm prothese, tenzij er geen humeraal segment meer aanwezig is dan wordt ze beschouwd als een schouderexarticulatieprothese (ook bij phocomelie of rudimentaire hand of vingerelementen die onmiddellijk aansluiten op de schouder anatomie).

De plus les orthopédistes ont déjà demandé de pouvoir étendre l'enregistrement à d'autres articulations pour lesquelles il n'y a actuellement pas de transmission de données comme les épaules.
Bovendien hebben de orthopedisten al gevraagd om de registratie te kunnen uitbreiden tot andere gewrichten, zoals de schouders, waarvoor er tegenwoordig geen overdracht van gegevens is.

1° Dans le groupe de prestations défini au paragraphe 8, 3°, les prestations de l’article 22 (physiothérapie) sont exclues du calcul des montants de référence pour les 5 groupes de diagnostic suivants: APR-DRG 045 – Accident vasculaire cérébral avec infarctus, APR-DRG 046 – Accident vasculaire cérébral non spécifique avec occlusion précérébrale sans infarctus, APR-DRG 139 – Pneumonie simple, APR-DRG 302 – Interventions majeures articulation, rattachement membres des extrémités inférieures sans trauma, si le code 289085 –Arthroplastie de la hanche avec prothèse totale (cotyle et tête fémorale) et APR-DRG 302 – Interventions majeures articulation, rattachement membres des extrémités inférieures sans trauma, si le code 290286 – Arthroplastie fémorotibiale avec prothèse articulée a été attestée;
1° In de groep van verstrekkingen bepaald in paragraaf 8, 3°, worden de verstrekkingen van artikel 22 (fysiotherapie) uitgesloten van de berekening van de referentiebedragen voor de volgende 5 diagnosegroepen: APR-DRG 45 – CVA met herseninfarct, APR-DRG 46 – Niet-gespecifieerd CVA en precerebrale occlusie zonder herseninfarct, APR-DRG 139 – Gewone pneumonie, APR-DRG 302 – Majeure ingrepen op gewrichten en heraanhechtingen onderste ledematen behalve bij trauma indien nomenclatuurcode 289085 – Arthtroplastiek van de heup met totale prothese (acetabulum en femurkop) en APR-DRG 302 Majeure ingrepen op gewrichten en heraanhechtingen onderste ledematen behalve bij trauma indien nomenclatuurcode 290286 - Femorotibitiale arthroplastiek met gelede prothese werd aangerekend;

1º Dans le groupe de prestations défi ni au paragraphe 8, 3º, les prestations de l'article 22 (physiothérapie) sont exclues du calcul des montants de référence pour les 5 groupes de diagnostic suivants : APR-DRG 045 - Accident vasculaire cérébral avec infarctus, APR-DRG 046 - Accident vasculaire cérébral non spécifique avec occlusion précérébrale sans infarctus, APR-DRG 139 - Pneumonie simple, APR-DRG 302 - Interventions majeures articulation, rattachement membres des extrémités inférieures sans trauma, si le code 289085 - Arthroplastie de la hanche avec prothèse totale (cotyle et tête fémorale) et APR-DRG 302 - Interventions majeures articulation, rattachement membres des extrémités inférieures sans trauma, si le code 290286 - Arthroplastie fémoro-tibiale avec prothèse articulée a été attestée ;
1º In de groep van verstrekkingen bepaald in paragraaf 8, 3º, worden de verstrekkingen van artikel 22 (fysiotherapie) uitgesloten van de berekening van de referentiebedragen voor de volgende 5 diagnosegroepen: APR-DRG 45 - CVA met herseninfarct, APR-DRG 46 - Niet-gespecificeerd CVA en precerebrale occlusie zonder herseninfarct, APR-DRG 139 - Gewone pneumonie, APR-DRG 302 - Majeure ingrepen op gewrichten en heraanhechtingen onderste ledematen behalve bij trauma indien nomenclatuurcode 289085 - Arthtroplastiek van de heup met totale prothese (acetabulum en femurkop) en APR-DRG 302 Majeure ingrepen op gewrichten en heraanhechtingen onderste ledematen behalve bij trauma indien nomenclatuurcode 290286 - Femorotibiale arthroplastiek met gelede prothese werd aangerekend;

6° les modifications des articles 2, 10, 48 à 51 inclus, 52 et 56bis des statuts de la mutualité " Christelijke Mutualiteit Ieper" (115), établie à Ieper, les dispositions statutaires du nouveau service " intervention dans les frais supplémentaires de prothèses d'articulation" , décidées par l'assemblée générale le 9 novembre 1998;
6° de wijzigingen aan de artikelen 2, 10, 48 tot en met 51, 52 en 56bis van de statuten van het ziekenfonds " Christelijke Mutualiteit Ieper" (115), gevestigd te Ieper, de statutaire bepalingen van de nieuwe dienst " tussenkomst in de opleg voor gewrichtsprothesen" , beslist door de algemene vergadering van 9 november 1998;

3° les modifications des articles 9, 49bis, 50, 61, 69 et 87 des statuts de la mutualité " Christelijke Mutualiteit Kortrijk" (111), établie à Kortrijk, les dispositions statutaires des nouveaux services " intervention dans les frais supplémentaires de prothèses d'articulation" et " orthodontie" , ainsi que les modifications des taux des cotisations, décidées par l'assemblée générale le 2 octobre 1998;
3° de wijzigingen aan de artikelen 9, 49bis, 50, 61, 69 en 87 van de statuten van het ziekenfonds " Christelijke Mutualiteit Kortrijk" (111), gevestigd te Kortrijk, de statutaire bepalingen van de nieuwe diensten " tegemoetkoming in de oplegkosten bij gewrichtsprothesen" en " orthodontie" , alsook de wijzigingen van de bijdragen, beslist door de algemene vergadering van 2 oktober 1998;

2° les modifications des articles 43, 56H et 58E des statuts de la mutualité " Ziekenfonds Landelijke Bedienden Centrale en Vooruitzicht Buurtspoorwegen" (102), établie à Antwerpen, les dispositions statutaires des nouveaux services " intervention dans les frais supplémentaires de prothèses d'articulation" et " intervention en cas de traitement orthodontique" , ainsi que les modifications des taux des cotisations, décidées par l'assemblée générale le 19 décembre 1998;
2° de wijzigingen aan de artikelen 43, 56H en 58E van de statuten van het ziekenfonds " Ziekenfonds Landelijke Bedienden Centrale en Vooruitzicht Buurtspoorwegen" (102), gevestigd te Antwerpen, de statutaire bepalingen van de nieuwe diensten " tussenkomst gewrichtsprothesen" en " tussenkomst orthodontie" , alsook de wijzigingen van de bijdragen, beslist door de algemene vergadering van 19 december 1998;

4° les modifications des articles 2, 43 à 48 inclus, 49, 51, 57, 60C2, 61 et 68 des statuts de la mutualité " Christelijke Mutualiteit Oostende-Veurne-Diksmuide" (112), établie à Oostende, les dispositions statutaires du nouveau service " intervention dans les frais supplémentaires de prothèses d'articulation" , la nouvelle numérotation à partir de l'article 44, ainsi que les modifications des taux des cotisations, décidées par l'assemblée générale le 20 novembre 1998;
4° de wijzigingen aan de artikelen 2, 43 tot en met 48, 49, 51, 57, 60C2, 61 en 68 van de statuten van het ziekenfonds " Christelijke Mutualiteit Oostende-Veurne-Diksmuide" (112), gevestigd te Oostende, de statutaire bepalingen van de nieuwe dienst " tussenkomst in de oplegkosten bij gewrichtsprothesen" , de hernummering vanaf artikel 44, alsook de wijzigingen van de bijdragen, beslist door de algemene vergadering van 20 november 1998;

Selon une directive européenne, les dispositifs invasifs à long terme de type chirurgical appartiennent à la catégorie II. Curieusement, une exception a été faite pour les prothèses mammaires et celles de hanche, de genou et d'épaule, qui appartiennent dès lors à la catégorie III et ne doivent donc pas être enregistrées systématiquement.
Volgens een Europese richtlijn behoren chirurgisch invasieve implantaten voor langetermijngebruik tot categorie II. Vreemd genoeg werd een specifieke uitzondering gemaakt voor borst-, heup-, knie- en schouderimplantaten, die daardoor tot categorie III behoren. Dus moeten deze implantaten niet systematisch worden geregistreerd.