Lorsque le puériculteur qui est le mieux classé dans le classement prévu à l'article 28, § 3, b) du décret du 12 mai 2004 et qui répond aux conditions prévues à l'article 35 ne peut se voir proposer un engagement à titre définitif auprès du Pouvoir organisateur au sein duquel il a acquis l'ancienneté requise conformément au § 2, le Président informe ledit puériculteur qu'il peut être engagé statutairement à titre provisoire auprès :
Wanneer de kinderverzorger die het best gerangschikt is in het klassement bedoeld in artikel 28, § 3, b) van het decreet van 12 mei 2004 en die voldoet aan de in artikel 35 bepaalde voorwaarden geen werving in vast verband kan krijgen bij de inrichtende macht waarin hij de overeenkomstig § 2 vereiste anciënniteit heeft verworven, deelt de voorzitter die kinderverzorger mee dat hij in voorlopig verband statutair kan worden geworven bij :