Les États membres prévoient que toute personne constatant la présence d'un organisme nuisible figurant à l'annexe I ou à l'annexe II ou d'un organisme nuisible faisant l'objet d'une mesure prise en vertu de l'article 16, paragraphe 2 ou 3, ou ayant des raisons de soupçonner cette présence, en informe immédiatement l'autorité compétente et, si ladite autorité compétente le lui demande, communique à celle-ci les informations dont elle dispose à ce sujet.
De lidstaten bepalen dat eenieder die weet heeft van de aanwezigheid van een van de in bijlage I of bijlage II opgesomde plaagorganismen of een plaagorganisme dat onder een maatregel valt op grond van artikel 16, leden 2 of 3, of die reden heeft zulke aanwezigheid te vermoeden, onmiddellijk de bevoegde autoriteit moet waarschuwen en op verzoek van die autoriteit alle in zijn bezit zijnde informatie over die aanwezigheid moet verstrekken.