L'intervenant conclut de la discussion qui précède qu'il y a, au sein de la commission, un large consensus en faveur de l'inscription, à l'article 28quinquies , §§ 5 et 6, proposé, de l'obligation de respecter la présomption d'innocence tant pour le ministère public que pour l'avocat (cf. les amendements nº 69 et 80 de MM. Vandenberghe et Bourgeois).
De spreker besluit uit de vorige discussie dat er binnen de commissie een brede consensus heerst om de verplichting voor zowel het openbaar ministerie als de advocaat om het vermoeden van onschuld te eerbiedigen, in het voorgestelde artikel 28quinquies , §§ 5 en 6, op te nemen (cf. de amendementen nrs. 69 en 80 van de heren Vandenberghe en Bourgeois).