3. déplore que certains États membres aient rompu le Pacte de stabilité et de croissance (PSC) en 2002, ce qui risque de saper la crédibilité de la zone euro et, partant, l'efficacité de la politique monétaire; demande à la Commission de continuer à appliquer le PSC de façon intelligente et flexible;
3. betreurt dat enkele lidstaten in 2002 het Stabiliteits- en groeipact (SGP) hebben geschonden, waardoor het gevaar bestaat dat de geloofwaardigheid van de eurozone en daarmee de doeltreffendheid van het monetaire beleid wordt ondermijnd; verzoekt de Commissie het SGP op een intelligente en flexibele wijze te blijven toepassen;