Par la deuxième branche du moyen, Procter Gamble fait valoir que, en réalité, en appréciant si la combinaison des formes et des éléments constitutifs des tablettes en cause peut être perçue par le public concerné comme une indication d’origine de celles‑ci, le Tribunal n’a pas analysé l’impression d’ensemble produite par cette combinaison, ainsi qu’il est exigé par la jurisprudence.
In het tweede onderdeel van het middel betoogt Procter Gamble dat het Gerecht in werkelijkheid bij de beoordeling, of het betrokken publiek de combinatie van de vormen en de bestanddelen van de betrokken tabletten als een aanduiding van herkomst kan opvatten, niet de door deze combinatie opgeroepen totaalindruk heeft onderzocht, zoals door de rechtspraak wordt geëist.