« Art. 3. L'article 246, § 2, du Code pénal, modifié par la loi du 10 février 1999, doit être interprété dans le sens qu'est également constitutif de corruption active le fait d'octroyer, directement ou par interposition de personnes, à une personne exerçant une fonction publique un avantage de toute nature, pour elle-même ou pour un tiers, afin qu'elle adopte un des comportements visés à l'article 247.
« Art. 3. Artikel 246, § 2, van het Strafwetboek, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1999, dient te worden uitgelegd in de zin dat onder actieve omkoping ook wordt verstaan het rechtstreeks of door tussenpersonen toekennen aan een persoon die een openbaar ambt uitoefent van een voordeel van welke aard dan ook voor zichzelf of voor een derde om een van de in artikel 247 bedoelde gedragingen aan te nemen.