Lorsque la transmission de l'exécution d'une condamnation à une peine privative de liberté a été acceptée, les autorités compétentes de l'État d'exécution doivent soit exécuter la peine infligée dans l'État de condamnation - immédiatement ou sur la base d'une décision -, soit convertir la condamnation, par une procédure judiciaire ou administrative, en une décision de cet État, substituant ainsi à la peine infligée dans l'État de condamnation une peine prévue par la législation de l'État d'exécution pour la même infraction (art. 8).
Indien de overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling tot een vrijheidsstraf is aanvaard, dienen de bevoegde autoriteiten van de staat van tenuitvoerlegging ofwel de tenuitvoerlegging van de in de staat van veroordeling opgelegde straf - onmiddellijk of op grond van een beschikking - voort te zetten, ofwel de veroordeling door middel van een rechterlijke of administratieve procedure in een beslissing van die staat om te zetten, waarbij voor die straf in de staat van veroordeling opgelegd, een straf in de plaats wordt gesteld, zoals voorgeschreven voor
hetzelfde strafbare feit naar het recht van de staat van tenuitvoerlegging
...[+++] (artikel 8).