Dans cette construction, le fait d'avoir atteint l'âge auquel on est présumé inapte au travail soit 60 ou 65 ans ne constitue plus une condition suffisante pour ouvrir un droit à la pension, puisque cette inaptitude est démentie par la réalité.
De vermoede pensioenleeftijd van arbeidsongeschiktheid, namelijk 60 en 65 jaar, is in deze constructie immers niet langer een voldoende voorwaarde om een recht op pensioen te openen, aangezien die arbeidsongeschiktheid door de werkelijkheid weerlegd wordt.