11. souligne, surtout si elles sont de faible niveau, que les aides d'État accordées à des entreprises autres que les PME peuvent être appropriées lorsqu'elles sont allouées dans le but d'encourager la mise en réseau de ces grandes en
treprises autour de pôles d'excellence, leur coopération avec d'autres entreprises, des PME ou des institutions universitaires, sel
on le modèle dit "d'innovation ouverte" ou au sein d'autres regroupements, et les pôles d'excellence, ainsi que pour promouvoir des programmes collectifs de recherche et dével
...[+++]oppement, à condition que ces aides d'État répondent aux critères des règles préalablement établies;
11. benadrukt dat staatssteun aan andere ondernemingen dan KMO’s nuttig kan blijken, vooral als hij niet te ingrijpend is, wanneer deze steun ten doel heeft om het ontstaan van netwerken van grotere ondernemingen rond expertisecentrums aan te moedigen, en de samenwerking met andere bedrijven, KMO’s en academische instellingen in “open innovatie”- en andere clusters en expertisecentra en samenwerkingsprogramma’s voor OO te stimuleren, op voorwaarde dat dergelijke staatssteun aan de criteria van de ex ante-regels voldoet;