11. demande à la Commission d'accorder toute l'importance voulue, dans le cadre des négociations relatives à un ALE qu'elle mène actuellement avec l'Inde, aux considérations liées aux droits de l'homme, et en particulier à l'application des normes du travail établies par l'Organisation internationale du travail (OIT) en rapport avec le travail des enfants et le travail forcé (conventions n° 138 et n° 182), à l'abolition des barrières non tarifaires et des restrictions subsistant dans le domaine de l'IDE dans d'importants secteurs, ainsi qu'aux droits de propriété intellectuelle;
11. verzoekt de Commissie in haar onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met India voldoende nadruk te leggen op de mensenrechten, in het bijzonder op de toepassing van de standaardnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake kinder- en slavenarbeid (verdragen nrs. 138 en 182), en op de afschaffing van non-tarifaire belemmeringen en heersende beperkingen op het vlak van rechtstreekse buitenlandse investeringen in belangrijke sectoren en intellectuele-eigendomsrechten;