Les États d'origine étaient d'avis, eux, qu'il fallait éviter des frais trop élevés, que le stationnement devait rester réalisable en pratique (il ne pouvait être rendu difficile par des restrictions trop importantes) et que l'État de séjour devait tenir compte des importantes mesures de restructuration dont les troupes présentes sur son territoire font l'objet.
De Staten van herkomst daarentegen waren van mening dat al te grote kosten vermeden dienden te worden, dat de stationering in de praktijk doenbaar moest blijven (geen al te grote belemmeringen mochten de stationering bemoeilijken) en dat de Staat van verblijf rekening diende te houden met de belangrijke herstructureringen waarvan de gestationeerde troepen het voorwerp zijn.