Lorsque l'accord porte sur la vente (publique ou de gré à gré) de tout ou partie des biens, cet accord dûment acté habilite le notaire-liquidateur à procéder à ladite vente, s'il en est requis par au moins une des parties (ce principe est également énoncé à l'article 1209, § 3, alinéa 1, du Code judiciaire).
Indien het akkoord betrekking heeft op de verkoop (openbaar of uit de hand) van alle of een deel van de goederen, geeft dit naar behoren vastgesteld akkoord, de notaris-vereffenaar de mogelijkheid om over te gaan tot deze verkoop, indien ten minste een partij hem daartoe verzoekt (dit beginsel wordt evenzeer uitgedrukt in artikel 1209, § 3, lid 1, van het Gerechtelijk Wetboek).