Des avances trimestrielles égales au quart de l'enveloppe prévisionnelle sont liquidées au plus tard le 15 février pour le premier trimestre de l'année civile, le 15 mai pour le second trimestre, le 15 août pour le troisième trimestre, ainsi qu'une avance égale au cinquième de l'enveloppe prévisionnelle au plus tard le 15 novembre pour le quatrième trimestre.
Er worden trimestriële voorschotten, gelijk aan één vierde van de previsionele enveloppe, uitgekeerd uiterlijk op 15 februari voor het eerste trimester van het kalenderjaar, op 15 mei voor het tweede trimester, op 15 augustus voor het derde trimester en een voorschot gelijk aan een vijfde van de previsionele enveloppe uiterlijk op 15 november voor het vierde trimester.