1. Les postes relevant du présent régime sont classés, selon la nature et le niveau des fonctions auxquelles ils correspondent, en quatre catégories, désignées dans l'ordre hiérarchique décroissant par les appellations «directeur», «cadre», «agent d»application »et« agent d'exécution».
1. De onder dit reglement vallende ambten worden, naar aard en niveau van de werkzaamheden waarmee zij overeenkomen, ingedeeld in vier categorieën, die in dalende hiërarchische volgorde worden aangeduid met de benamingen: „directeur”, „staflid”, „leidinggevend uitvoerend beambte” en „uitvoerend beambte”.