L'État partie qui reçoit d'un autre État partie une demande d'éclaircissements au sujet d'une questions dont l'État partie requérant croit qu'elle suscite un tel doute ou une telle préoccupation fournit à cet État, dès que possible, et en tout état de cause au plus tard dix jours après réception de la demande, des informations suffisantes pour lever ce doute ou cette préoccupation ainsi qu'une explication de la façon dont les informations fournies règlent la question.
Een Staat die Partij is bij dit Verdrag die van een andere Staat die Partij is bij dit Verdrag een verzoek om opheldering ontvangt betreffende een aangelegenheid die naar de mening van de verzoekende Staat die Partij is bij dit Verdrag zulk een twijfel of bezorgdheid doet ontstaan, verstrekt de verzoekende Staat die Partij is bij dit Verdrag zo spoedig mogelijk, doch in elk geval uiterlijk 10 dagen na het verzoek, voldoende informatie om de naar voren gebrachte twijfel of bezorgdheid weg te nemen, te zamen met een toelichting hoe de verstrekte informatie de aangelegenheid oplost.