La Cour distingue en outre la mes
ure en cause dans l’arrêt Essent de celles des affaires Pearle et PreussenElektra. En effet, dans l’affaire Pearle, l’affectation des fonds collectés par une organisation professionnelle n’était pas définie par les autorités, mais par une campagne publicitaire privée et dans l’affaire PreussenElektra, les entreprises privées d’approvisionnement en électricité qui étaient assujetties à une obligation d’acheter de l’électricité ve
rte à un prix fixe, utilisaient leurs ressources propres et non les recette
...[+++]s de taxes perçues pour le compte de l’État (points 72 à 74).
Het Hof maakt daarom een onderscheid tussen deze zaak en de zaken Pearle en PreussenElektra. In de zaak Pearle was de besteding van de middelen die door een beroepsorganisatie waren geïnd, niet van overheidswege voorgeschreven, maar waren die middelen bestemd voor een particuliere reclamecampagne. In de zaak PreussenElektra gebruikten de particuliere elektriciteitsleveranciers, die verplicht waren om groene elektriciteit tegen een vaste prijs af te nemen, hun eigen middelen en niet de opbrengst van een namens de overheid geïnde belasting (overwegingen 72 tot en met 74).