Le juge a quo demande également si l'article 12 du décret sur les déchets, dans la version antérieure à sa modification par l'article 21 du décret du 22 avril 2005, viole les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce que cette disposition est interprétée de manière à ce point large que deux situations fondamentalement différentes sont traitées de manière égale, à savoir la situation dans laquelle une personne abandonne activement des déchets sur un terrain et omet par la suite d'éliminer ces déchets conformément à la réglementation, d'une part, et la situation dans laquelle une personne n'a pas abandonné elle-même activement des déchets mais, ignorant la
...[+++]présence de déchets, est devenue propriétaire d'un terrain sur lequel un tiers a abandonné des déchets, et ne donne pas suite à un ordre d'élimination des déchets, d'autre part ». De verwijzende rechter vraagt ook of artikel 12 van het Afvalstoffendecreet, in de versie vóór de wijziging ervan bij artikel 21 van het decreet van 22 april 2005, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « in zo
verre deze bepaling dermate ruim geïnterpreteerd wordt dat twee fundamenteel onderscheiden situaties gelijk worden behandeld, te weten de situatie waarin een persoon afvalstoffen actief achterlaat op een terrein en naderhand nalaat om deze afvalstoffen te verwijderen overeenkomstig de reglementering, enerzijds, en de situatie waarin een persoon [ .] zelf geen afvalstoffen actief heeft achtergelaten maar [ .] zonder op de hoo
...[+++]gte te zijn van de aanwezigheid van afvalstoffen, eigenaar is geworden van een terrein waarop een andere persoon afvalstoffen heeft achtergelaten en [ .] geen gevolg geeft aan een bevel tot verwijdering van afvalstoffen, anderzijds ».