2. La quotité de la valeur de rachat d'un contrat d'assurance individuelle sur la vie qui excède le montant servant à la reconstitution ou à la garantie d'un emprunt hypothécaire, notamment à la suite d'un remboursement anticipé d'une partie de l'emprunt, et qui n'est pas liquidée au cours d'une des cinq années qui précèdent l'expiration normale du contrat, est impo-sable distinctement à 33% ou globalement selon la même distinction que celle opérée au point 1.
2. Het gedeelte van de afkoopwaarde van een individueel levensverzekeringscontract dat het bedrag overschrijdt dat dient tot de wedersamenstelling van of de waarborg voor een hypothecaire lening, inzonderheid ingevolge een voortijdige terugbetaling van een deel van de lening, en dat niet is uitgekeerd in een van de vijf jaren die het normaal verstrijken van het contract voorafgaan, is afzonderlijk belastbaar tegen 33% of gezamenlijk belastbaar naargelang van het zelfde in punt 1 gemaakte onderscheid.