28. déplore profondément les progrès tout à fait insuffisants accomplis dans le cadre des initiatives européennes – législatives ou autres –, et notamment la directive concernant les activités et la surveillance des institutions de retraite professionnelle, qui constituent des avancées concrètes dans la garantie des régimes de pension; a l'impression que les États membres reculent devant les décisions à prendre et espère que la méthode ouverte de coordination, peu contraignante, permettra de définir rapidement les objectifs communs;
28. betreurt ten zeerste dat er sprake is van een volkomen ontoereikende vooruitgang bij de genomen initiatieven op wettelijk gebied en bij andere initiatieven op Europees niveau, vooral bij de richtlijn inzake de activiteiten van een controle op instellingen die diensten op het gebied van bedrijfsouderdomsvoorzieningen aanbieden, en die concrete stappen vormen naar de beveiliging van de pensioenstelsels; heeft de indruk dat de lidstaten voor besluiten terugschrikken; verwacht dat met de facultatieve open coördinatiemethode spoedig de gemeenschappelijke doelstellingen worden vastgesteld;