42. critique vivement l'annonce de la Commission de retirer sa proposition de révision de la directive 92/85/CEE relative aux travailleuses enceintes et au congé de maternité, ainsi que son intention de céder aux revendications des entreprises; souligne qu'il est nécessaire de réviser la directive 92/85/CEE du Conseil afin d'établir des normes minimales adéquates à l'échelle de l'Union pour garantir les droits en matière de congé de maternité et de paternité et, par conséquent, d'améliorer la santé et la sécurité des femmes enceintes, accouchées ou allaitantes au travail, ce qui permettra de relever avec succès les défis démographiques tout en réduisant les inégalités entre les hommes et les femmes; prend acte de l'arrêt de la Cour de jus
...[+++]tice de l'Union européenne (C-409/13) du 14 avril 2015 concernant le droit de la Commission de retirer une proposition, arrêt qui rappelle les conditions particulières auxquelles la Commission doit satisfaire, notamment en s'acquittant de son devoir d'exposer au Parlement et au Conseil les motifs du retrait, ainsi que de respecter les principes d'attribution des compétences, de l'équilibre institutionnel et de coopération loyale, conformément au traité sur l'Union européenne; prévoit, à cet égard, un recours en annulation du Parlement contre le Conseil et la Commission, au titre de l'article 263 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne; 42. uit scherpe kritiek op de aankondiging van de Commissie dat zij haar voorstel tot herziening van Richtlijn 92/85 inzake zwangere werkneemsters en moederschapsverlof zal intrekken en op haar voornemen om toe te geven aan druk van het bedrijfsleven; onderstreept dat Richtlijn 92/85/EEG van de Raad moet worden herzien met het oog op de invoering van passende, voor de gehele EU geldende minimumrechten voor moederschaps- en vaderschapsverlof, om zo de gezondheid en veiligheid van zwangere werknemers en werknemers die onlangs zijn bevallen of borstvoeding geven, te verbeteren, in te spelen op demografische uitdagingen en de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verminderen; neemt kennis van het arrest van het Hof
van Justit ...[+++]ie van 14 april 2015 (zaak C-409/13) betreffende het recht van de Commissie een voorstel in te trekken, en van de daarin vermelde specifieke voorwaarden waaraan de Commissie moet voldoen, zoals het meedelen van de gronden van de intrekking aan het Parlement en de Raad en het in acht nemen van de beginselen van bevoegdheidstoedeling, institutioneel evenwicht en loyale samenwerking, zoals vastgelegd in het VEU; verwacht in het licht hiervan een beroep van het Parlement tegen de Raad en de Commissie tot nietigverklaring krachtens artikel 263 VWEU;