E. considérant que le principe de l'inviolabilité de la dignité humaine sous-tend tous les autres droits fondamentaux garantis par les instruments internationaux, européens et nationaux relatifs aux droits de l'homme, en particulier le droit à la vie, l'interdiction de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants, le droit à la liberté et à la sûreté, le droit à la protection en cas d'éloignement, d'expulsion ou d'extradition et le droit à un recours effectif et à accéder à un tribunal impartial,
E. overwegende dat het beginsel van de onschendbaarheid van de menselijke waardigheid de grondslag vormt van alle andere grondrechten die bij internationale, Europese en nationale mensenrechteninstrumenten worden gegarandeerd, in het bijzonder het recht op leven, het recht gevrijwaard te zijn van folteringen en van onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, het recht op vrijheid en veiligheid, het recht op bescherming bij verwijdering, uitzetting of uitlevering, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en een onpartijdig gerecht,