Sur ce point, la Cour d'arbitrage (1) estime que « le terme `exonération' doit s'interpréter comme un terme générique, recouvrant à la fois immunisations, immunités, réductions et abattements » et la Cour d'ajouter que « les exonérations fiscales accordées ou supprimées pour le revenu cadastral relèvent du législateur fédéral lorsqu'il s'agit d'exonérations relatives aux revenus immobiliers pris en considération pour l'établissement de l'impôt sur les revenus.
Op dit punt is het Arbitragehof (1) van oordeel dat « de term `vrijstelling' moet worden geïnterpreteerd als een soortnaam, die zowel vrijstellingen en belastingvrijdom als de verminderingen en aftrekken omvat » en het Hof voegt hieraan toe dat « de fiscale vrijstellingen die van het kadastraal inkomen worden verleend of die worden afgeschaft, (..) zaak (zijn) van de federale wetgever wanneer het gaat om vrijstellingen met betrekking tot de onroerende inkomsten die in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van de inkomstenbelasting.