Toutefois, s'il est postulé - comme cela semble être soutenu dans la troisième question préjudicielle - qu
e, sur la base de l'article 97, § 1, de la loi du 21 mars 1991, les régions ne pourraient soumettre à une obligation d'autorisation l'usage privatif du domaine public, le
législateur fédéral rendrait impossible, par la disposition
précitée, l'exercice de la compétence régionale, découlant de l'article 6, § 1, X, alinéa 1, 1°, 2°, 4°, 5°, précité de la loi spéciale du 8
...[+++] août 1980.
Indien er evenwel van wordt uitgegaan - zoals in de derde prejudiciële vraag lijkt te worden voorgehouden - dat de gewesten, op grond van artikel 97, § 1, van de wet van 21 maart 1991, het privatieve gebruik van het openbaar domein niet aan een vergunningsplicht zouden mogen onderwerpen, zou de federale wetgever met de voormelde bepaling de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheid op grond van het voormelde artikel 6, § 1, X, eerste lid, 1°, 2°, 4° en 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 onmogelijk maken.