« Art. 786. — La part du renonçant bénéficie à ses descendants, si la substitution a lieu; dans le cas contraire, sa part accroît aux autres successibles de son degré; si le renonçant est seul en son degré, elle est dévolue au degré subséquent, ou à l'ordre suivant, selon le cas».
« Art. 786. — Het aandeel van hem die de nalatenschap verwerpt, komt ten goede aan zijn afstammelingen, indien plaatsvervulling plaatsvindt; zo niet, komt zijn aandeel door aanwas aan de andere erfgerechtigden in dezelfde graad; indien de verwerper alleen is in zijn graad, vervalt het aan de volgende graad, of aan de volgende orde, naar gelang van het geval». »