Art. 5. Les partenaires sociaux s'engagent à négocier avec les représentants des pouvoirs régionaux compétents, subsidiants et politiques l'utilisation du solde du budget disponible, résultant de la revalorisation automatique des salaires telle qu'elle était prévue pour le 1 avril 1997, par un versement direct à un fonds régional de sécurité d'existence chargé de remplir les objectifs tels que prévu dans la convention collective de travail du 27 mars 1995 instituant un fonds de sécurité d'existence et fixant ses statuts.
Art. 5. De sociale gesprekspartners verbinden zich ertoe te onderhandelen met de vertegenwoordigers van de bevoegde gewestelijke subsidiërende en politieke overheden over de aanwending van het saldo van de beschikbare begroting als resultaat van de automatische herwaardering van de lonen waarin is voorzien tegen 1 april 1997, door de rechtstreekse storting aan een gewestelijk fonds voor bestaanszekerheid, belast met de verwezenlijking van de oogmerken bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1995 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.