36. considère que les activités de la BEI en dehors de l'Union se sont essentiellement développées dans les pays à moyens revenus, avec des ressources humaines limitées, en particulier pour le travail en amont et pour le contrôle des projets, ainsi qu'avec une présence locale limitée par rapport au niveau et à la complexité des activités de financement à l'extérieur de l'Union;
36. wijst erop dat de activiteiten van de EIB buiten de EU voornamelijk uitgebreid zijn in landen met een modaal inkomen, met beperkte middelen voor personeel, in het bijzonder voor voorbereidend werk en voor het monitoren van projecten, en beperkte lokale vertegenwoordiging vergeleken met het niveau en de complexiteit van financieringsactiviteiten buiten de EU;