Art. 13. Les organisations de travailleurs signataires s'engagent à se mettre d'accord entre elles éventuellement en recourant à l'initiative conciliatrice du président de la commission paritaire, pour la désignation dans les entreprises, d'une délégation syndicale commune, compte tenu du nombre de membres qu'elle doit comporter et de celui qui revient à chaque organisation de travailleurs représentée, en raison de l'effectif de ses affiliés.
Art. 13. De ondertekenende werknemersorganisaties verbinden er zich toe zich onderling akkoord te stellen eventueel door een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité, voor de aanwijzing in de ondernemingen, van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging, rekening houdend met het aantal afgevaardigden dat zij moet omvatten, en van het aan iedere vertegenwoordigde werknemersorganisatie, toekomende aantal, in verhouding tot zijn aantal aangesloten leden.