3º elle a des raisons de soupçonner, en dehors de l'hypothèse visée au 2º, qu'il s'agit de fraude fiscale comportant un faux: elle ne peut pas dénoncer le client à la CTIF, sous peine d'engager sa responsabilité à l'égard du client si celui-ci est acquitté, mais en ce cas, la banque ne bénéficie pas de l'immunité pénale résultant du nouvel alinéa 3 de l'article 505 du Code pénal.
3º ze heeft redenen om te vermoeden, los van het geval genoemd in 2º, dat het gaat om fiscale fraude met valsheid in geschrifte : ze kan de cliënt niet aangeven bij de CFI, want anders is ze ten aanzien van hem aansprakelijk wanneer hij vrijgesproken wordt, doch in dat geval geniet de bank niet de vrijstelling van strafvervolging die het gevolg is van het nieuwe derde lid van artikel 505 van het Strafwetboek.