A l'égard des personnes visées à l'article 36, 4°, le procureur du Roi peut adresser au mineur auteur présumé du fait qualifié infraction, une lettre d'avertissement dans laquelle il indique qu'il a pris connaissance des faits, qu'il estime ces faits établis à charge du mineur et qu'il a décidé de classer le dossier sans suite (article 45ter, alinéa 1, de la loi du 8 avril 1965, ajouté par l'art. 12 de la loi du 13 juin 2006), ce en vue de lui offrir une chance d'adopter un comportement ne le mettant plus en infraction à la loi.
Ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 36, 4°, kan de procureur des Konings aan de minderjarige, vermoedelijke pleger van een als misdrijf omschreven feit, een waarschuwingsbrief sturen waarin hij vermeldt dat hij kennis heeft genomen van de feiten, dat hij van oordeel is dat deze feiten ten zijnen laste vaststaan en dat hij beslist heeft het dossier te seponeren (art.45ter, eerste lid van de wet van 8 april 1965, ingevoegd door art. 12 van de wet van 13 juni 2006),om hem toe te laten zijn gedrag te veranderen opdat hij de wet niet meer zou overtreden.