« La réglementation légale fixée à l'article 57, § 2, de la loi sur les C. P.A.S. du 8 juillet 1976 et modifiée par l'article 65 de la loi du 15 juillet 1996 constitue-t-elle une violation des principes d'égalité et de non-discrimination contenus aux articles 10 et 11 de la Constitution, lus conjointement avec l'article 23 de la Constitution, l'article 11.1 du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels et l'article 3 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce que l'article 57, § 2, instaure une différence de traitement non justifiée pour ce qui concerne le droit à
l'aide sociale à l'égard, d'une pa ...[+++]rt, des Belges et des étrangers qui séjournent légalement dans le Royaume et, d'autre part, des étrangers dont la demande d'asile a été rejetée et auxquels un ordre exécutoire de quitter le territoire a été signifié, et, par ailleurs, à l'égard, d'une part, des étrangers auxquels un ordre exécutoire de quitter le territoire a été signifié et qui peuvent être reconduits dans leur pays d'origine et, d'autre part, les étrangers auxquels un ordre exécutoire a été signifié et qui ne peuvent être reconduits dans leur pays d'origine, vu la situation dangereuse qui y règne ?« Vormt de wettelijke regeling, zoals vastgesteld in het artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet van 8 juli 1976 en gewijzigd door artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, een schending van het gelijkheids- en discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang met artikel 23 van de Grondwet, artikel 11.1 van het Internationale Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat het artikel 57, § 2, een niet verantwoord verschil in behandeling instelt wat betreft het recht op maatschappelijke dienstverlening ten opzichte van, enerzijds, Belgen en vreemdelingen die legaal in het Rijk verblijven en, an
...[+++]derzijds, vreemdelingen wier asielaanvraag werd afgewezen en aan wie een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten is betekend, en vervolgens ten opzichte van, enerzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel is betekend om het grondgebied te verlaten en welke kunnen teruggeleid worden naar hun land van oorsprong en, anderzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel is betekend en die niet kunnen worden teruggeleid naar hun land van herkomst, gelet op de gevaarlijke plaatselijke toestand aldaar ?