30. prend acte de la lettre du commissaire à la programmation financière et au budget, en date du 23 janvier 2012, dans laquelle celui-ci fait part de la volonté
de la Commission de réduire le nombre de postes à son organigramme de 1 % dès 2013 en tena
nt bien compte de l'impact différent que cela aura sur les directions générales selon qu'elles soient grandes, moyennes ou petites; entend examiner de près l'intention de la Commission de réduire, d'ici 2018, les effectifs des institutions et des organes de l'Union de 5 % par rapport à
...[+++]2013 et souligne qu'il s'agit là d'un objectif général; rappelle que toute modification du tableau des effectifs a un impact direct sur le budget et qu'elle ne devrait affecter d'aucune façon les prérogatives budgétaires de la commission des budgets et du Parlement européen; estime que toute réduction des effectifs à court ou à long terme devrait se baser sur une analyse d'impact préalable et tenir pleinement compte, entre autres, des obligations juridiques de l'Union ainsi que des nouvelles compétences et des nouvelles missions des institutions découlant des traités; 30. neemt kennis van de brief van de commissaris voor Begroting en financiële programmering van 23 januari 2012, waarin de Commissie zich bereid verklaart het aantal posten in haar pe
rsoneelsformatie al in 2013 met 1% te verminderen, naar behoren rekening houdend met de verschillende gevolgen voor grote, middelgrote en kleine directoraten-generaal; is voornemens een nauwkeurig onderzoek te wijden aan het voornemen van de Commissie om het personeelsbestand van de instellingen en de organen van de EU tegen 2018 te verminderen met 5% ten opzichte van 2013 en herinnert eraan dat dit als een algemene doelstelling moet worden gezien; herinne
...[+++]rt eraan dat elke verandering van de personeelsformatie rechtstreekse gevolgen heeft voor de begroting en dat een verandering van de personeelsformatie in geen geval de begrotingsprerogatieven van de Begrotingscommissie en van het Europees Parlement mag aantasten; meent dat bij iedere korte- of langetermijnmaatregel tot inkrimping van het personeelsbestand vooraf een effectbeoordeling moet worden uitgevoerd en onder meer rekening moet worden gehouden met de wettelijke verplichtingen van de Unie en met de uit de Verdragen voortvloeiende nieuwe bevoegdheden en uitgebreide taken van de instellingen;