On peut donc considérer que l'esprit général du régime d'entraide était que l'exigence de double incrimination était possible pour les mesures de contrainte en général, y compris pour des mesures comme l'interception des télécommunications, du moins pour autant que les États concernés s'entendent pour inclure ce type de mesures d'entraide dans le champ d'application de la convention de 1959 même si celle-ci ne le prévoit pas expressément.
Er kan derhalve worden gesteld dat de algemene strekking van het stelsel van wederzijdse rechtshulp erin bestond dat de eis van dubbele strafbaarstelling mogelijk was voor de dwangmaatregelen in het algemeen, daaronder begrepen voor de maatregelen zoals het aftappen van telecommunicatie, op voorwaarde ten minste dat de betrokken staten het erover eens waren om het toepassingsgebied van het verdrag van 1959 uit te breiden tot dat soort maatregelen, hoewel daarin in de overeenkomst niet uitdrukkelijk is voorzien.