23. En cas d'utilisation d'un appareil effectuant des vols non réguliers, le Secrétariat technique fournit à l'État partie inspecté, par l'intermédiaire de l'autorité nationale, un plan de vol de l'avion entre le dernier aéroport avant la pénétration dans l'espace aérien de l'État où se trouve le site d'inspection et le point d'entreé au moins six heures avant l'heure prévue pour le départ de cet aéroport.
23. Wanneer een ander vliegtuig dan een lijntoestel wordt gebruikt, verstrekt het Technisch Secretariaat aan de geïnspecteerde Staat die Partij is bij dit Verdrag via de nationale autoriteit een vliegplan voor de vlucht van het vliegtuig vanaf het laatste vliegveld voor de binnenkomst in het luchtruim van de Staat waarin de inspectieplaats is gelegen tot aan het punt van binnenkomst, zulks ten minste zes uur voor de geplande tijd van vertrek van dat vliegveld.