2. L'État membre qui a accordé une homologation UE doit la révoquer si l'unité embarquée, le capteur de mouvement, la feuille d'enregistrement ou la carte tachygraphique ayant fait l'objet de l'homologation sont considérés comme non conformes au présent règlement, ou présentent, à l'usage, un défaut d'ordre général qui les rend impropres à leur destination.
2. De lidstaat die een EU-typegoedkeuring heeft verleend, moet deze intrekken indien het goedgekeurde controleapparaat, de bewegingssensor, het registratieblad of de tachograafkaart niet overeenstemt met deze verordening of bij het gebruik een gebrek van algemene aard vertoont waardoor het ongeschikt wordt voor het doel waarvoor het is bestemd.