De surcroît, lorsque l'infraction présumée a été commise dans les eaux maritimes d'un pays tiers, l'État membre du port coopère également avec l'État côtier à la réalisation d'une enquête et, si nécessaire, applique les sanctions prévues par la législation de cet État membre du port, sous réserve que, conformément au droit international, cet État côtier compétent ait expressément accepté de transférer sa compétence.
Wanneer de vermoedelijke inbreuk heeft plaatsgevonden in de maritieme wateren van een derde land, werkt de havenlidstaat tevens samen met de kuststaat bij het onderzoeken van de vermoedelijke inbreuk en past hij in voorkomend geval de sancties toe waarin zijn recht voorziet, op voorwaarde dat de kuststaat overeenkomstig het internationale recht uitdrukkelijk heeft ingestemd met de overdracht van zijn jurisdictie.