« Art. 14. Hormis les montants forfaitaires non récurrents, versés au titre d'encouragement à la fo
rmation de nouveaux employés embauchés en application de l'article 4 de la convention collective de travail concernant l'accord sectoriel 1995-1996, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie chimique le 20 février 1995, une entrep
rise ne peut jamais obtenir du fonds un montant supérieur à celui qu'elle a versé, pour ses employés depuis le 1 janvier 1991 au titre de la cotisation de 0,25 p.c., ou depuis le 1
...[+++] janvier 1993 au titre de la cotisation de 0,15 p.c., ou, à partir du 1 janvier 1996, au titre de la cotisation de 0,20 p.c., ou, à partir du 1 janvier 1997, au titre de la cotisation de 0,10 p.c.« Art. 14. Met uitzondering van de forfaitaire eenmalige bedragen uitgekeerd als aanmoediging tot de vo
rming van de nieuw aangeworven bedienden in toepassing van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het sectorieel akkoord 1995-1996, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid op 20 februari 1995, kan een onderneming van het fonds nooit een bedrag verkrijgen dat hoger is dan het totale bedrag dat zij voor haar bedienden gestort heeft sedert 1 januari 1991 uit hoofde van de bijdrage van 0,25 pct., of sedert 1 januari 1993 uit hoofde van de bijdrage van 0,15 pct., of sedert 1 jan
...[+++]uari 1996 uit hoofde van de bijdrage van 0,20 pct., of sedert 1 januari 1997 uit hoofde van de bijdrage van 0,10 pct.