4) Le 16 mars 2000, l’administration centrale du cadastre, de l’enregistrement et des domaines adressait aux directions régionales de l’enregistrement et des domaines, une dépêche destinée aux bureaux concernés et dans laquelle il était indiqué que, bien que la peine d’emprisonnement subsidiaire n’était plus exécutée par la Justice (circulaire du ministre de la Justice du 22 décembre 1999), les états contenant les propositions de mise à exécution de la peine d’emprisonnement subsidiaire devaient continuer à être établis.
4) Op 16 maart 2000 werd er door de Centrale administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen aan de gewestelijke directies van de registratie en de domeinen een dienstbrief gericht, met de vraag deze ter kennis te brengen van de betrokken kantoren, waarin werd medegedeeld dat niettegenstaande de vervangende gevangenisstraf niet meer werd uitgevoerd door Justitie (omzendbrief van de minister van Justitie van 22 december 1999) de staten met de voorstellen tot het uitvoeren van de vervangende gevangenisstraf verder moesten opgemaakt worden.