Le requérant rappelle à cet égard sa lettre du 6 février 2003 adressée au secrétaire général (voir point 39 ci-dessus), qui comportait un nouveau décompte, selon lequel les dépenses au titre de l’indemnité de secrétariat justifiées s’élevaient désormais à 191 860 euros, à savoir 138 741 euros justifiés par les éléments annexés à ladite lettre s’ajoutant aux 53 119 euros déjà justifiés par l’audit, de sorte que le solde à rembourser au Parlement s’élevait à 50 722 euros.
Verzoeker herinnert dienaangaande aan zijn brief van 6 februari 2003 aan de secretaris-generaal (zie punt 39 hierboven), die een nieuwe specificatie bevatte, volgens dewelke de bewezen uitgaven uit hoofde van de secretariaatsvergoeding thans 191 860 euro bedroegen, te weten een bedrag van 138 741 euro dat werd aangetoond door middel van de bij die brief als bijlage gevoegde gegevens, plus een bedrag van 53 119 euro dat reeds door middel van de audit was bewezen, zodat het aan het Parlement terug te betalen saldo 50 722 euro bedroeg.