Le membre du personnel visé à l'article 2, § 1, alinéa 1, 2° et alinéa 2, qui souhaite obtenir une assistance en justice introduit à cet effet dans les plus brefs délais et au plus tard, sous peine de non-recevabilité, quinze jours après avoir intenté l'action en justice, une demande par lettre recommandée, adressée au président du comité de direction, au secrétaire général, au directeur général de l'établissement ou à leur délégué.
Het bij artikel 2, § 1, eerste lid, 2° en tweede lid, bedoeld personeelslid dat rechtshulp wenst, dient hiertoe zo spoedig mogelijk en uiterlijk, op straffe van onontvankelijkheid, vijftien dagen na het instellen van de rechtsvordering, bij een aangetekende brief, een aanvraag in, gericht aan de voorzitter van het directiecomité, de secretaris-generaal, de algemeen directeur van de instelling of hun gemachtigde.