Traduction de «secteur l'encourage également » (Français → Néerlandais) :

De façon générale, GSK encourage également tous les partenariats possibles entre le secteur public et le secteur privé, non seulement en matière de recherche et développement, mais aussi par le biais d'engagements à long terme concernant les volumes de vaccin, les prix, les possibilités de financement tenable à long terme, y compris les actions de sensibilisation et de vision à long terme.
Over het algemeen moedigt GSK alle vormen van privé-publiek partnerschap aan, niet alleen voor onderzoek en ontwikkeling, maar ook voor langetermijnverbintenissen inzake vaccinvolumes, prijzen, mogelijkheden van langetermijnfinanciering, met inbegrip van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes op lange termijn.

Les autorités encouragent également le secteur privé à intensifier la lutte contre le sida.
Ook de privésector wordt door de overheid aangemoedigd om de internationale aidsbestrijding te versterken.

Le plan visé à l'alinéa 1 repose sur les principes essentiels suivants : 1° la politique de prévention du dopage en Communauté germanophone vise, d'une part, la protection de l'éthique sportive et du fair play dans le sport et, d'autre part, la protection de la santé physique et psychique des sportifs, quel que soit leur niveau de performance et/ou de compétition; 2° les principes d'action qui servent de base au plan sont, sans qu'il ne s'agisse d'une liste exhaustive : a) l'intégration de l'approche éducative, informative et préventive du dopage dans l'élaboration, l'adaptation et la mise en oeuvre de toutes les stratégies opérationnelles de lutte contre le dopage; b) l'encouragement à la participation du mouvement et du secteur sportif et des citoyens dans les stratégies opérationnelles de prévention du dopage, en ce compris, le cas échéant, par le biais de campagnes de sensibilisation et de prévention élaborées et menées conjointement; 3° la prévention du dopage implique le lancement d'actions de sensibilisation qui peuvent différer, tant par le support que par le contenu, en fonction du public cible visé; 4° les actions et campagnes de sensibilisation et de prévention du dopage peuvent notamment prendre la forme de campagnes télévisuelles, de presse, de brochures d'information, sites internet ou encore être véhiculées via les réseaux sociaux; 5° la prévention du dopage implique également, sur demande des responsables d'organisations sportives, une aide et un soutien dans leurs démarches en matière de prévention du dopage.
Het plan bedoeld in het eerste lid is gebaseerd op de volgende hoofdbeginselen : 1° het dopingpreventiebeleid in de Duitstalige Gemeenschap heeft enerzijds tot doel de sportethiek en de fair play in de sport te beschermen en anderzijds de lichamelijke en psychische gezondheid van sporters te beschermen, ongeacht hun prestatieniveau en/of wedstrijdniveau; 2° de - niet-exhaustieve - actiebeginselen die als basis dienen voor het plan zijn : a) de educatieve, informatieve en preventieve benadering van dopingpreventie laten gelden bij het uitwerken, aanpassen en toepassen van alle operationele strategieën voor de dopingbestrijding; b) de aanmoediging tot de deelneming van de sportwereld, de sportsector en de burgers aan de operationele strategieën inzake dopingpreventie, ook, in voorkomend geval, via gezamenlijk ontwikkelde en gevoerde sensibiliserings- en preventiecampagnes; 3° dopingpreventie gaat gepaard met het ontwikkelen van sensibiliseringsmaatregelen die, afhankelijk van de doelgroep, zowel qua organiserende instantie als qua inhoud verschillend kunnen zijn; 4° de maatregelen en campagnes inzake sensibilisering en dopingpreventie kunnen in het bijzonder de vorm van televisiecampagnes, perscampagnes, informatiebrochures of websites aannemen of kunnen via sociaalnetwerksites verspreid worden; 5° dopingpreventie gaat ook, op aanvraag van de verantwoordelijken van sportorganisaties, gepaard met hulp en steun bij het ondernemen van stappen inzake dopingpreventie.

Il est en effet essentiel que l'État joue un rôle volontariste exemplaire dans l'investissement dans les secteurs durables, afin d'encourager les investisseurs privés à le faire également et de contribuer à la rentabilité de ces secteurs.
Het is immers essentieel dat de Staat een voorbeeldige voluntaristische rol speelt in het investeren in de duurzame sectoren, teneinde de privébeleggers ertoe aan te moedigen dat ook te doen en zodoende bij te dragen tot de rentabiliteit van die sectoren.

28. constate qu'une grande disparité règne dans la formation à l'esprit d'entreprise et à la culture de cet esprit d'entreprise dans les écoles; reconnaît la nécessité de faire du développement du sens des affaires un objectif des programmes nationaux de l'enseignement secondaire dans tous les États membres; reconnaît l'importance de la première ligne d'action de la Charte relative à "l'éducation et la formation à l'esprit d'entreprise", laquelle met l'accent sur la nécessité d'encourager l'innovation en matière d'entreprise et la formation des travailleurs afin de développer l'esprit d'entreprise dès le plus jeune âge grâce à des enseignements et programmes de formation axés sur l'entreprise au niveau de l'enseignement secondaire, universitaire et technologique, afin d'encourager une étroite coopération avec les centres de recherche et d'encourager également le soutien public aux jeunes entrepreneurs, tout en établissant des relations entre les différents secteurs de l'administration publique; considère que la formation de "grappes" de petites entreprises peut constituer une réponse efficace pour stimuler la création d'emplois;
28. stelt de verschillen vast die gelden met betrekking tot de opleiding in ondernemerschap en de cultivering van de ondernemingszin op school; erkent dat de ontwikkeling van bedrijfsvaardigheden een doelstelling zou moeten zijn van de nationale programma's in het secundair onderwijs in alle lidstaten; onderkent het belang van de eerste actielijn van het Handvest aangaande "onderwijs en opleiding in ondernemerschap", die de noodzaak beklemtoont om bedrijfsinnovatie en opleiding van werknemers te steunen, om vanaf jonge leeftijd ondernemerszin te ontwikkelen tijdens handelslessen en -cursussen in het secundair onderwijs, op de universiteit en bij technologische opleidingen, om nauwe samenwerking met onderzoekscentra te bevorderen, om overheidssteun voor jonge ondernemers te bevorderen en om contacten te leggen tussen de diverse sectoren van het openbaar bestuur; meent dat de vorming van bedrijfclusters van kleine ondernemingen een doeltreffende manier kan zijn om te voorzien in de behoefte aan meer werkgelegenheid;

6. reconnaît l'importance du premier point de la Charte relatif à "l'éducation à l'esprit d'entreprise", lequel met l'accent sur la nécessité d'encourager l'innovation en matière d'entreprise et la formation des travailleurs afin de développer l'esprit d'entreprise dès le plus jeune âge grâce à des enseignements et programmes de formation axés sur l'entreprise au niveau de l'enseignement secondaire, universitaire et technologique, afin d'encourager une étroite coopération avec les centres de recherche et d'encourager également le soutien public aux jeunes entrepreneurs, tout en établissant des relations entre les différents secteurs de l'administration publique; considère que la formation de "grappes" de petites entreprises peut constituer une réponse efficace pour stimuler la création d'emplois;
6. onderkent het belang van het eerste punt van het Handvest aangaande "Onderwijs in ondernemerschap", beklemtoont de noodzaak om bedrijfsinnovatie en opleiding van werknemers te steunen, om vanaf jonge leeftijd ondernemerszin te ontwikkelen tijdens handelslessen en -cursussen in het secundair onderwijs, op de universiteit en bij technologische opleidingen, om nauwe samenwerking met onderzoekscentra te bevorderen, om overheidssteun voor jonge ondernemers te bevorderen en om contacten te leggen tussen de diverse sectoren van het openbaar bestuur; meent dat de vorming van bedrijfclusters van kleine ondernemingen een doeltreffende manier kan zijn om te voorzien in de behoefte aan meer werkgelegenheid;

28. constate qu'une grande disparité règne dans la formation à l'esprit d'entreprise et à la culture de cet esprit d'entreprise dans les écoles; reconnaît la nécessité de faire du développement de la capacité d'entreprendre un objectif des programmes nationaux de l'enseignement secondaire dans tous les États membres; reconnaît l'importance du premier point de la Charte relatif à "l'éducation à l'esprit d'entreprise", lequel met l'accent sur la nécessité d'encourager l'innovation en matière d'entreprise et la formation des travailleurs afin de développer l'esprit d'entreprise dès le plus jeune âge grâce à des enseignements et programmes de formation axés sur l'entreprise au niveau de l'enseignement secondaire, universitaire et technologique, afin d'encourager une étroite coopération avec les centres de recherche et d'encourager également le soutien public aux jeunes entrepreneurs, tout en établissant des relations entre les différents secteurs de l'administration publique; considère que la formation de "grappes" de petites entreprises peut constituer une réponse efficace pour stimuler la création d'emplois;
28. stelt de verschillen vast die gelden met betrekking tot de opleiding in ondernemerschap en de cultivering van de ondernemingszin op school; erkent dat de ontwikkeling van bedrijfsvaardigheden een doelstelling zou moeten zijn van de nationale programma’s in het secundair onderwijs in alle lidstaten; onderkent het belang van het eerste punt van het Handvest aangaande "Onderwijs in ondernemerschap", beklemtoont de noodzaak om bedrijfsinnovatie en opleiding van werknemers te steunen, om vanaf jonge leeftijd ondernemerszin te ontwikkelen tijdens handelslessen en -cursussen in het secundair onderwijs, op de universiteit en bij technologische opleidingen, om nauwe samenwerking met onderzoekscentra te bevorderen, om overheidssteun voor jonge ondernemers te bevorderen en om contacten te leggen tussen de diverse sectoren van het openbaar bestuur; meent dat de vorming van bedrijfclusters van kleine ondernemingen een doeltreffende manier kan zijn om te voorzien in de behoefte aan meer werkgelegenheid;

8. encourage la Commission à poursuivre ses mesures en faveur des petites et moyennes entreprises (en particulier celles qui se lancent dans des activités touristiques, offrent de nouveaux produits touristiques ou entreprennent des activités dans de nouveaux sites ou de nouveaux secteurs touristiques), sachant qu'elles représentent l'écrasante majorité du secteur. L'encourage également à prendre de nouvelles mesures pour favoriser la promotion de la filière, en particulier au bénéfice des entreprises qui combinent de nombreuses singularités (par exemple qui opèrent dans des régions éloignées qui pourraient cependant constituer des destinations touristiques et promeuvent des produits d'appellation d'origine contrôlée ou exercent des pratiques profitables pour le secteur). Enfin demande à la Commission de définir les droits des consommateurs en matière de tourisme et à renforcer leur protection;
8. moedigt de Commissie aan om door te gaan met haar maatregelen ten gunste van het MKB, in de wetenschap dat het MKB de overgrote meerderheid van deze sector uitmaakt (vooral die welke toeristische activiteiten lanceren, nieuwe toeristische producten of activiteiten ondernemen op nieuwe plekken of in nieuwe toeristische sectoren); moedigt haar er tevens toe aan om nieuwe maatregelen te nemen om branchevorming te bevorderen, vooral waar het ondernemingen betreft die een groot aantal bijzondere kenmerken in zich verenigen (b.v. dat ze werkzaam zijn in geïsoleerde gebieden waar evenwel mogelijkheden tot ontwikkeling van toeristische activiteiten bestaan, die lokale kwaliteitsproducten kunnen voortbrengen of praktijken kunnen ontplooien die gunstig zijn voor de sector); verzoekt de Commissie tenslotte de rechten van de consument inzake toerisme te definiëren en hun bescherming te versterken;

Il est également important que la politique industrielle encourage le développement de synergies et de coopération entre entreprises ou entre secteurs, comme les secteurs manufacturiers traditionnels et les PME, pour constituer des grappes économiques performantes.
Het is ook belangrijk dat het industriebeleid de ontwikkeling en de samenwerking tussen ondernemingen of andere sectoren, zoals de traditionele industrie en de KMO's aanmoedigt, zodat een performant industrieel weefsel kan worden gevormd.