Art. 2. Des membres du personnel qui exercent provisoirement, sans interruption pendant au
moins six années de service, la fonction de promotion de directeur dans l'enseignement supérieur de type court et de plein exercice de la Communa
uté germanophone et remplissent les conditions prévues à l'article 97, 1° à 7°, de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial
...[+++], moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, peuvent être nommés définitivement à cette fonction par le Gouvernement par dérogation à l'article 97, 8°, du même arrêté royal du 22 mars 1969.Art. 2. De Regering kan de personeelsleden die in het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan van de Duitstalige Gemeenschap tijdens ten minste zes dienstjaren zonder onderbreking het bevorderingsambt van directeur voorlopig bekleden en de voorwaarden vervullen die bepaald zijn in artikel 97, 1° tot 7°, van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en
van de leden van de ...[+++]inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, in afwijking van artikel 97, 8°, van hetzelfde koninklijk besluit van 22 maart 1969, in dit ambt in vast verband benoemen.