Seul importe de savoir si l'inculpé est atteint d'un trouble mental défini à l'article 9, § 1, b), de la loi de 2014 sur l'internement, ce qui est une question de fait, sans qu'il faille examiner en outre si l'inculpé est en état d'être jugé.
Het is enkel relevant te oordelen of de verdachte aan een geestesstoornis lijdt als nader bepaald in artikel 9, § 1, b), van de Interneringswet 2014, wat een feitenkwestie is, zonder dat daarnaast dient te worden nagegaan of de verdachte in staat is berecht te worden.