Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 67ter avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu
e cette disposition instaure une différence de traitement entre les victimes d'un accident de circulation selon que le véhicule qui a causé l'accident et a pris la fuite est immatriculé au nom d'une personne physique ou au nom d'une personne morale : dans le premier cas, l'article 67bis des lois relatives à la police de la circulation routière instaure une présomption jusqu'à preuve du contraire que les infractions ont été commises par le titulaire de la plaque d'immatriculation, tandis que, dans le second cas, l'ar
ticle 67te ...[+++]r prévoit seulement l'obligation de communiquer l'identité du conducteur ou, à défaut, de la personne responsable du véhicule, sans que le non-respect de cette obligation soit sanctionné de manière à permettre d'imputer les infractions de roulage et le délit de fuite à une personne physique ou à la personne morale.De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 67ter bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling een verschil in behandeling invoert onder de slachtoffers van een verkeersongeval naargelang het voertuig waarmee het ongeval is veroorzaakt en waarmee vluchtmisdrijf is gepleegd, ingeschreven is op naam van een natuurlijke persoon of op naam van een rechtspersoon : in het eerste geval voert artikel 67bis van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer een vermoeden in tot bewijs van het tegendeel dat de overtredingen werden begaan door de houder van de nummerplaat, terwijl, in het tweede geval, artikel 67ter enkel voorziet in de verplichting om d
e identiteit van de ...[+++]bestuurder mee te delen of, bij ontstentenis daarvan, van de persoon die het voertuig onder zich heeft, zonder dat de niet-inachtneming van die verplichting op dusdanige wijze wordt bestraft dat de verkeersovertredingen en het vluchtmisdrijf ten laste kunnen worden gelegd van een natuurlijke persoon of van de rechtspersoon.