Ce cas excepté, la question de la validité de toute opération qui consisterait à augmenter la part
fixe du capital des sociétés coopératives par incorporation de réserves, autres que la réserve visée à l'article 174novies, alinéa 3, précité, est controversée : cette controverse, dont l'objet consiste essentiellement à savoir si le financement de l'augmentation du capital fixe d'une société coopérative par recours à ses fonds propres peut juridiquement s'analyser comme un apport en société, repose sur l'interdiction que l'article 141, 1er, alinéa 2, LCS
C fait aux sociétés coopératives ...[+++] d'émettre des titres non représentatifs d'apports (cf. J. Wouters, " Is in de coöperatieve vennootschap met BA een kapitaalverhoging met eigen middelen mogelijk?In alle andere gevallen wordt de geldigheid van verrichtingen die bestaan in de verhoging van het vaste gedeelte van het kapitaal van een coöperatieve vennootschap door omzetting van reserves anders dan de reserve bedoeld onder artikel 147novies, 3e lid, betwist. Aan die betwisting ligt voornamelijk de vraag ten grondslag of de financiering van de verhoging van het vaste kapitaal van een coöperatieve vennootschap door aanwending van eigen middelen, vanuit juridisch oogpunt kan worden beschouwd als een inbreng in de vennootschap.